Jonkheid Banholt
In Banholt wordt ieder jaar een nieuwe St. Gerlachusden geplant naast de kerk. Door het planten van de St. Gerlachusden vragen de inwoners van Banholt en Terhorst Gerlachus om bescherming van het dorp.
Beleef hieronder de weg naar de nieuwe St. Gerlachusden.
Aftellen tot Pinksteren 2025
01
De den halen
In veel dorpen hier in Zuid-Limburg spreekt men over een mei-boom of mei-den. Deze den heeft geen katholieke geloofsbetekenis. Het is een van oorsprong heidens gebruik, dat in deze plaatsen tegenwoordig vooral een folkloristisch gebruik is geworden.
In Banholt spreekt men sinds 1881 van een St. Gierlingsboom of St. Gerlachusden.
02
Voorbereiding
De voorbereiding op het halen van de Sint Gerlachusden verloopt volgens een vast programma, dat elk jaar wordt gevolgd om de uiteindelijke Pinksterzaterdag en de kermisdagen goed te laten verlopen.
Op de eerste zondag na Pasen trekt het bestuur naar het Bovenste bos bij Epen om een den uit te zoeken. Bij het uitzoeken van een geschikte den let men erop dat de den mooi recht is en een mooie volle kop heeft. Uiteraard spelen de dikte en lengte van de den eveneens een voorname rol.
De periode vóór en na Hemelvaartsdag een drukke tijd voor bestuur en leden. Er moeten allerhande zaken geregeld worden. Naast de zorg voor genoeg trekpaarden, moet het “getuug” mooi worden gepoetst en moeten de kransen worden gemaakt. De dennenwagen moet ook goed worden nagekeken en hier en daar worden voorzien van een nieuw likje verf. De “sjtiepe” (lange ronde richtpalen) moeten worden klaargelegd bij de kerk en de kamers moeten worden geladen. Dit laatste gebeurt op de vrijdag voor Pinksterzaterdag.
03
Nieuwe St. Gerlachusden
Tegen de klok van acht uur vertrekt de secretaris van de Jonkheid samen met de kapploeg naar het bos om daar de nieuwe den te kappen. Ondertussen wordt in Banholt alles klaargemaakt voor het vertrek van de dennenwagen. Op verschillende plaatsen in het dorp worden de diverse paarden gepoetst, gekamd, versierd en worden de hoeven zwart geverfd. Rond tien uur verzamelen de leden van de Jonkheid zich samen met hun paarden bij de kerk, alwaar de paarden worden ingespannen.
Vertrek richting bos
Als iedereen aanwezig is, worden de paarden voor de dennenwagen gespannen. Twee paarden worden aan de disselboom, direct voor de wagen gespannen, de rest één voor één aan de voortrekkettingen. Er vormt zich een indrukwekkende stoet van kracht en kleur! Op de dennenwagen liggen de “sjtiepe” (lange ronde richtpalen) om de den in het bos op de wagen te tillen. Bovendien staan er enkele, door ijsblokjes gekoelde, kratjes bier op de wagen…. veur es gesjmaerd mot weure…. Na een laatste controle blaast de kapitein drie keer op de kapiteinshoorn, de “toet”, waarna de kleurrijke karavaan zich in beweging zet.
Drie hoornsignalen betekent: vertrekken, één hoornsignaal betekent: stoppen.
De terugweg naar Banholt
De paarden worden vervolgens opnieuw voor de dennenwagen gespannen. Na het derde hoornsignaal van de kapitein, zet de stoet zich weer in beweging. Op weg naar Banholt. Nu is het de kunst om met de dennenwagen, met de circa dertig meter lange den erop, de draai in de diverse bochten goed te nemen.
Onder toeziend oog van de kapitein, die de leiding heeft over de stoet, en enkele andere deskundigen komt de den gelukkig altijd goed en op tijd in Banholt aan. Bij diverse cafés die langs de route liggen wordt een kleine stop gehouden.
Aankomst in Banholt
Aangekomen in Banholt worden de kamers geschoten door de Jonkheid. Bij de laatste rustpauze “oonder in g’n dörp” worden de vele Banholter kinderen op de dennenwagen gehesen.
De wat oudere jeugd neemt plaats op de den, achter de drager van de Nederlandse vlag, die al de hele terugtocht op de den zit. Vroeger was dit het Jonkheidslid dat als laatste in militaire dienst was getreden. Aangezien de dienstplicht afgeschaft is, zit nu diegene op de den die het laatst voor Pinksteren achttien jaar geworden is. Deze persoon draagt wel nog een militair uniform.
04
De St. Gerlachusden planten
Als men bij de St. Gerlachuskerk gearriveerd is met de nieuwe den, zit het werk er voor de Jonkheid bijna op. De paarden worden uitgespannen en teruggebracht naar hun stallen of naar een plaats waar ze opgeladen worden voor verder vervoer. De rol van de Jonkheid is dan uitgespeeld en de getrouwde mannen nemen het werk over. Zij hebben immers de taak de Gerlachusden kaarsrecht naast de kerk te planten.
Met man en macht wordt de wagen voor het plantgat gereden. Dan mag de militair met de Nederlandse vlag zijn zitplaats op de den verlaten, waarna de vlag in de kruin van de nieuwe den wordt vastgemaakt.
Met behulp van de “sjtiepe” wordt de den dan langzaam omhoog geduwd op de commando’s: “èèn, twieje,… !” Tijdens het omhoogduwen van de den wordt het plantgat, waarin de den is geplaatst, regelmatig met zand gevuld. Dit zand wordt vervolgens goed aangestampt. Het is een taak van het bestuur van de Jonkheid om de gehuwden van de gebruikelijke dorstlessers te voorzien.
05
Processie
Het woord Bronk (in Banholt: Broonk) hoort bij het werkwoord Bronken. In het Algemeen Nederlands: pronk en pronken. De Bronk is allereerst een pronk- of sierstoet: de processie ter eren van het Allerheiligste. De Bronk is de jaarlijkse sacramentsprocessie die in Banholt en Terhorst plaats vindt op Pinksterzondag, de dag nadat de St. Gerlachusden is geplant.
Wat is een processie?
Een processie is vanouds een plechtige omgang van geestelijken en gelovigen binnen of buiten het kerkgebouw. Men zingt liederen en hymnen en bidt litanieën en andere gebeden.